Federatie Particulier Grondbezit

Landgoed- en streekproducten

Landgoed- en streekproducten

12. Landgoed- en streekproducten


Landgoederen lijken bij uitstek geschikt om producten onder eigen merk te produceren.

Voorbeelden

  • Zo brengt landgoed De Hoevens in het Brabantse Alphen samen met twee molenaars en zeven bakkers uit zeven dorpen ontbijtkoek, crackers en koekjes van zelf verbouwde Sint-Jansrogge. Onder hetzelfde landgoedlabel worden nog twee streekproducten verkocht via bakkers, VVV’s en op de landgoedcamping, namelijk honing en bier van Sint-Jansrogge.

verdienmodel12

Hoofdhuis van landgoed Vilsteren. Foto: Cuno Eijkelenkamp.

Landgoed Vilsteren bij Ommen heeft na stevig onderzoek gekozen voor een eigen merk dat de landbouw op het landgoed weer toekomst geeft. Het merk 'Landgoed Vilsteren' biedt idealiter tegenwicht tegen de landbouwtrend naar grootschaligheid. De landgoedeigenaren willen met het merk het kleinschalige landschap in stand houden en tegelijk de eigen boeren toekomstperspectief bieden. Voor het onderzoek kreeg het landgoed een bedrag van €24.000 uit het gebiedsontwikkelingsprogramma Ruimte voor de Vecht. ‘Pure Graze’ blijkt het antwoord, want die manier van boeren stopt de bodemverarming en verlaagt de kosten dankzij korte kringlopen en regionale distributie.
De gevolgen zijn ingrijpend. Een volledig gezinsinkomen halen uit agrarische producten lijkt niet meer mogelijk. Antwoorden zijn nevenactiviteiten, grotere diversiteit aan producten, kostenbesparing en waardecreatie met hogere prijzen. Het landgoed zal niet aan deze producten verdienen, maar de sociale cohesie blijft omdat de boer weer toekomst heeft. Zie: puregraze.com.
Het landgoedmerk Vilsteren ging in augustus 2015 van start. Onder dit merk vermarkten pachters van het landgoed hun producten, zoals honing, lamsvlees, akkerbouwproducten, rundvlees, spelt en speltproducten. Rentmeester Hugo Vernhout: “Onze pachters hebben te maken met handicaps door houtwallen, sloten en andere landschapselementen. Ook zonder schaalvergroting vinden wij dat hun wijze van produceren een toekomst verdient. De producten vinden nu hun weg via de eigen boerderijwinkel, een restaurant en sinds 2018 een maandelijkse boerenmarkt. Via de streeknaam Vechtdal-producten komen ze straks in meer boerderijwinkels." Door het weghalen van tussenschakels in de keten hoopt het landgoed meerwaarde te genereren voor de boeren. 
Hanneke Meester, vanuit Projecten LTO Noord betrokken bij het project, leent het landgoedmerk zich behalve voor food ook voor non-food. “Denk aan een natuurcamping, boerderij-educatie en een theetuin.” Omdat het landgoed bekendheid heeft en een goede naam, verwachten de eigenaren dat het merk vanzelf klanten krijgt. Of dat voor andere landgoederen geldt, is de vraag. Rentmeester Vernhout bevestigt: “Het is hier een bijzondere samenkomst. Onze pachters wilden het en wij wilden het. Voor een landgoed als het Twentse Twickel zou dat ook kunnen gelden, maar landgoederen met een of enkele pachters hebben het een stuk moeilijker.”
De manier van produceren is duurzaam, maar niet biologisch. “De pachters en wij hebben duurzaamheid hoog in het vaandel, maar vinden betaalbaarheid ook belangrijk. Hier geldt een eerlijke prijs voor een eerlijk product”, aldus Vernhout. Bron: Daniel de Jong, 30 september 2015 (link). 

  • Zie voor meer landgoed- en streekproducten Mariënwaerdt, Twickel, Welna, Hoge Veluwe en stichting IJssellandschap.

13. Streekproducten


Het concept landgoedproducten past ook in een grotere regio met meer producten, een eigen label en kwaliteitscriteria.

Voorbeelden

  • Een weinig bekende inkomstenbron ontwikkelt Frederique de Bruin op haar familielandgoed Jachthuis Schijf bij Roosendaal. Hier wordt de bodem van het bos geschikt gemaakt voor het kweken van paddenstoelen. De opbrengst lijkt veelbelovend en de natuurwaarde van het bos stijgt.
    In een deel van een dennenbos heeft de rentmeester de struiklaag van Amerikaanse vogelkers en de humuslaag weggehaald. Gevolg is een hogere opbrengst van paddenstoelen en meer biodiversiteit, zowel in als op de bodem. Omdat het gebied bos blijft, zijn er geen planologische belemmeringen. De keuze van de soorten hangt af van de boomsoort waarvan de wortels een symbiose aangaan met de paddenstoelen. Eekhoorntjesbrood levert op proefvelden 15 kilo per duizend m2 en een bruto opbrengst van €1500 - €2500, russula’s halen 25 tot 50 kilo met een bruto opbrengst van €1000 tot €2500. Andere soorten kunnen zijn cantharellen en shitake.
    Frederique de Bruin noemt creëren van mooie natuur het hoofddoel, de paddenstoelen zijn een bijproduct. Voordeel is dat paddenstoelen gedroogd kunnen worden en dus geen seizoensproduct zijn.
    Een proef op 500 vierkante meter samen met paddenstoeldeskundige Jacqueline Baar van adviescentrum Biomygreen leverde eekhoorntjesbrood op, cantharellen en eetbare boleten. Hoe gaat het? Rentmeester Koopmans: “In het voorjaar plaggen we waar nodig de slecht verteerbare humuslaag. In een cirkel van een meter rond de stam onderzoeken we de wortels op aanwezige schimmels. Met een grondboor maken we gaten en voegen extra mycorrhiza-korrels toe. Dat doen we bij 25 bomen per hectare. Dat is genoeg voor alle andere bomen.”
    Twee landgoederen in het oosten, Den Berg in Dalfsen en Twickel in Delden, deden eerder proeven, samen met Jos Koopmans en Jacqueline Baar. Koopmans: “Geslaagde proeven, maar de vermarkting bleek een obstakel. Dat vereist een grotere schaal. Daarom hebben we hier in 2014 na het broedseizoen een gebied van 30 hectare voorbereid. Na drie jaar volgt dan voldoende productie om een nieuw Brabants streekproduct op de markt te brengen. De productie kan oplopen tot 150 kilo per hectare.”
    “Twee andere Kempische landgoederen, Baest en De Utrecht, kijken over onze schouder mee. De Hogere Agrarische School in Den Bosch helpt ons met de marketing. Met hun hulp willen we een bakje gaan verkopen, een soort broodtrommel, gevuld met grond en onze schimmels, waarmee mensen thuis eetbare paddenstoelen kunnen kweken.”
    Rentmeester Koopmans: “Het draait allemaal om bodemmanagement. Om de biodiversiteit op dit landgoed te vergroten, moeten we de bodem op orde krijgen, minder zuur, meer schimmels, de slecht verterende humuslaag waar nodig afplaggen, eventueel nutriënten toevoegen. Struiken en planten hoeven niet weg. Zij voorkomen uitdroging. We hebben hier graag bosbes, hei, grassen, lijsterbes.”
    Familie De Bruin, over de hele wereld actief via de Rotterdamse investeringsmaatschappij Indofin, kocht dit landgoed in 2010. Vader maakte dochter Frederique verantwoordelijk. De financieel specialist in private equity blijkt veel gevoel en begrip te hebben voor het groene werk.
    Jachthuis Schijf was eigendom van de vermogende Belgische familie Carlier. Na de laatste bewoner stond het huis ruim zestig jaar leeg met begrijpelijke gevolgen voor het onderhoud van 320 hectare, waarvan 260 hectare bos, 30 hectare landbouw en 30 hectare hei. De oudste geplante bomen op dit stuifzandgebied zijn zwarte dennen van 120 jaar, een soort met mooie kegels, maar weinig opbrengst.
    Een bezwaar voor nogal wat bosgebieden lijkt dat je een hek moet plaatsen om te voorkomen dat ongenode gasten de paddenstoelen al voor de oogst weghalen. Rentmeester Jos Koopmans ziet oplossingen: “Eerder plukken. Of, zoals ze in Engeland doen met aardbeien, de bezoeker plukt zelf en rekent daarna af.” Maar, toegegeven, Jachthuis Schijf heeft al een hek. Bij de ingangen staan groene bordjes met de tekst ‘Pad niet betreden. Rustgebied’. Voor die rust betaalt de NSW-BV meer aan onroerendzaakbelasting.

Verdienmodel13

Eekhoorntjesbrood. Foto: Pixabay

  • Judith Evenaar vindt opvallend vaak truffels op landgoederen. "Een aardige bijverdienste komt al uit een hoekje met tien truffelbomen." Zo'n plek kan een paar ons truffels opleveren, verwacht zij. Judith Evenaar bezit sinds 2013 een zogenaamde truffelgaard van 0,8 hectare midden in het bos van Oranje Nassau Oord bij Wageningen. Zij adviseerde bij de aanleg van de nieuwste en grootste truffelgaard met 740 bomen in Limburg. Zie: truffelgaard.nl. Bron: Mijn Natuur, winter 2020, magazine van SBNL Natuurfonds.

  • De kans op wildplukkers blijkt inderdaad groot, want in drukbezochte natuurgebieden daalt het aantal uitgegroeide cantharellen. Vooral in de buurt van bezoekerscentra zijn nog nauwelijks hanenkammen te vinden die de 4 centimeter te boven gaan. De oorzaak ligt in het toenemend aantal bezoekers die de hanenkam herkennen en plukken. De hanenkam of cantharel wordt door zijn fruitige geur en enigszins peperige smaak culinair gewaardeerd.
  • Veel supermarkten bieden hanenkammen als seizoensproduct. Ze kunnen nog niet worden gekweekt. Hanenkammen komen uit bossen van landen waar ze nog wel in overvloed worden gevonden zoals Frankrijk, delen van Duitsland, Belgische Ardennen, Spanje en Oost-Europese landen. Bron: Nature Today, 17/08/16.

  • Samen met lokale restaurants, veetelers, een slager en een bakker heeft het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide het streekproduct Grenspark Natuurburger ontwikkeld. Het vlees voor de burger van 200 gram komt van runderen van oude rassen die in het Grenspark grazen. Het meel voor het broodje wordt gemalen in de molen Johanna in Huijbergen. Vier restaurants in de omgeving introduceerden de natuurburger in juni 2015. Tijdens de pilot hebben zij al een paar duizend keer een Grenspark Natuurburger geserveerd. Tot maart 2016 was het een pilot, maar daarna is besloten dat het product op de menulijst komt van zes restaurants in België en Nederland. Bron: BN/De Stem, 24/03/16.
    De prijs varieert van €10 tot €16. Van deze prijs gaat €2 naar het Grenspark. In 2016 was de opbrengst voor het park €1400. Paul de Dooij, van het begeleidende bureau Natuurmakelaar, beschrijft de natuurburger als succesvol. Zie: grensparkzk.be/grenspark-natuurburger-opmars.

  • In hetzelfde Grenspark en ook met streekproducten werkt sinds juni 2016 de Piknikfabrik. De Piknikfabrik levert een picknickpakket naar keuze in een grote box en zet deze neer op een, met de klant, afgesproken plaats en tijd in het Grenspark. De besteller van de picknick krijgt een code om de box te openen. De box wordt gebracht en opgehaald met een elektrische auto. De prijzen van picknickpakketten (vanaf 6 personen) lopen uiteen van €13 tot €23 per persoon. Daarvan draagt de Piknikfabrik €2,50 af aan het Grenspark. Met ruim duizend arrangementen in het eerste jaar bedroeg de opbrengst voor het Grenspark ruim €2500.

  • Twintig tips voor de zoektocht naar en de verkoop van streekproducten staan op: pretwerk.nl/opinie/geld-verdienen-streekproducten-20-tips/45496#more-45496.

  • Voorbeelden van streekproducten uit Natura2000-gebieden in heel Europa staan op: natura2000branding.eu/products.

     

14. Wild uit een streek


Uit onderzoek blijkt dat er een markt is voor inheems wild met een aansprekende herkomstbenaming, bijvoorbeeld Veluws wild. Het gaat dan om de verkoop van wild zoals herten, reeën, zwijnen, konijnen, hazen, eenden en ganzen. Nu gaat nog veel wild tegen lage bedragen als bulkproduct naar groothandelaren en verdwijnt dan op internationale markten. Nogal wat restaurants serveren gerechten met wild van anonieme herkomst. Tegelijk kan het Nationale Park De Hoge Veluwe niet aan de vraag van consumenten voldoen en is sterrenrestaurant De Echoput trots op Kroondomein Het Loo als (omgekeerde) hofleverancier. Kroondomein Het Loo verkoopt wekelijks enkele tientallen stuks grof wild. Ooit deed het landgoed dat aan particulieren en restaurants, maar tegenwoordig gaat het meeste vlees naar De Echoput. Dat werkt efficiënter en scheelt dus kosten. Bron: Beunders, N. en M. van der Donk, De Veluwe op de balans. Rapport voor de Stuurgroep Eindeloze Veluwe, Centre for Sustainable Tourism and Transport NHTV, Breda 2009.

15. Producten met meer biodiversiteit

Blief® is een keurmerk voor producten die bijdragen aan een mooier platteland door aanleg en beheer van natuur- en landschapselementen, meldt website blief.info/366/home.html. De eerste Blief-certificaten gingen 26 september 2015 naar fruitteler Djûke van der Maat en melkveehouder Wilco Brouwer de Koning. Het keurmerk bevordert de biodiversiteit aan dieren, planten, micro-organismen en hun genetisch materiaal. Europese standaarden gelden voor ontwikkeling en beheer van Blief®, maar ook voor controle en certificatie van het keurmerk. Blief® is van toepassing op de productgroepen rundvee, akkerbouw, vollegrondsgroente, bomen en fruit. Keurmerkhouders voldoen aan verplichte eisen van Blief® en behalen een verplicht aantal punten via keuzemaatregelen.
Initiatiefnemers zijn Rietgors (stichting voor Agrarisch Natuurbeheer in de Hoekse Waard), CREMNederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en SMK. Blief is voortgekomen uit het Biodiversiteit+ label waaraan dezelfde partijen al in 2014 werkten. Zij willen marktkansen creëren voor agrariërs die de natuurrijkdom bevorderen tijdens de productie. Een nieuw verdienmodel dus, waarbij de markt meebetaalt aan natuur- en landschapsbeheer.  Het Biodiversiteit+ label kreeg bijdragen van de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Zuid-Holland. Het voortraject kreeg steun van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Een grote stap verder is het zuivelmerk Weide Weelde. Twee cent per verpakking gaat naar het Weide Weeldefonds waaruit de kosten betaald worden van maatregelen ten gunste van weidevogels. De melk komt van 12 boeren in Noord-Nederland verenigd in het BoerenGilde. Het BoerenGilde wekt samen met Vogelbescherming Nederland en is onderdeel van de coöperatie NoorderlandMelk dat 140 boeren telt. Verwerking en leveranties verzorgt de A-Ware Food Group. Melk, karnemelk, yoghurt en kwark zijn te koop bij supermarkten van Jumbo, Plus, Deen en Poiesz. “Een nieuw merk in de markt zetten vergt een grote investering, in ons geval bijna een miljoen euro. Klantonderzoek zit daar niet bij, maar onze marketing richt zich op jonge gezinnen”, vertelde vicevoorzitter van de coöperatie en melkveehouder Adrian Langereis tijdens een masterclass Natuurinclusieve landbouw 3 oktober 2016 in Utrecht. Een van de eisen aan de deelnemende boeren is dat zij minstens 20% van hun grond beheren als weidevogelterrein met bijvoorbeeld plas-dras, natuurvriendelijke oevers en kruidenrijk grasland. “Dat kan”, ervaart Langereis, “want elke boer heeft wel een inefficiënt perceel.” Zie: weideweelde.nl

16. Producten nationale parken


Verkoop van streekproducten kan veel verder gaan. Zo verkoopt een Amerikaans bedrijf in een eigen keten van 150 winkels en 269 boekhandels door het hele land producten met een relatie tot de 395 nationale parken, die allemaal in overheidshanden zijn. Het bedrijf wil daarmee de kennis over de parken vergroten, mensen bewust maken van het belang van natuur en inkomsten genereren voor de parken. Opbrengst sinds 1947: ruim 100 miljoen dollar. Zie: eparks.com.

17. Inkomsten uit logo’s


Voorbeelden uit binnen- en buitenland: ondernemers die aan de eisen voldoen van het Italiaanse Nationale Park Monte Sibillini mogen het logo van het park gebruiken voor hun producten en diensten. Dat creëert inkomsten voor het Nationale Park, en stimuleert lokale en duurzame productie. Iets dergelijks gebeurt in het Italiaanse Nationaal Park Abruzzen maar ook in Het Groene Woud. Dit Nationale Landschap tussen Eindhoven, Tilburg en ’s-Hertogenbosch claimt: ‘De producten met dit merk zijn eerlijk, lekker en buitengewoon bijzonder. Daarnaast dragen de producten bij aan het behoud van het landschap.’ Zie: hetgroenewoud.com.

18. Digitale streekpas


Een andere vorm van samenwerking in een streek biedt een digitale gastenpas. De Veluwe Card is een bestaand voorbeeld. Die kaart, ter grootte van een bankpas, kost €5. Met de kaart geven aangesloten ondernemers korting op overnachtingen, horeca, recreatieve arrangementen en openbaar vervoer. Ook kastelen en landgoederen bieden korting. Voordeel voor de deelnemende ondernemer is toename van bezoek en bestedingen. Het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug begon in april 2015 met een dergelijke pas à 25 euro per jaar voor twee personen. Zie: nationaalparkpas.nl

19. Streek-creditcard


Het idee van een creditcard voor een bepaalde streek is afgekeken van de World Panda Card. Ieder jaar gaat een deel van de winst van deze kaart naar het Wereld Natuur Fonds (WNF), zodat hier sprake is van sponsoring van WNF door Visa. Vanaf 10.000 kaarthouders wordt de kaart interessant voor een organisatie om een dergelijke co-branding aan te gaan. Ook is een gezamenlijke Visa Card met meer partners mogelijk, bijvoorbeeld andere terreineigenaren. De World Panda Card kost €36,50 per jaar. De opbrengsten van een streek-creditcard komen uit de meerprijs van de card en door elke uitgave die met de card wordt gedaan. De creditcard-onderneming doneert een bepaald bedrag aan bijvoorbeeld een Streekfonds. Wellicht is een verbinding mogelijk met een Streekrekening van de Rabobank. Tevens wordt de cardhouder gestimuleerd om gebruik te maken van de voordelen die de card biedt. Dit zal leiden tot toename van bestedingen in de regio. Dat biedt voordelen voor zowel de terreineigenaren als de toeristisch-recreatieve sector. Bron: ‘De Veluwe op de balans, Rapport voor de Stuurgroep Eindeloze Veluwe’ door Niek Beunders en Mylène van der Donk, Centre for Sustainable Tourism and Transport NHTV Breda, februari 2009.