Federatie Particulier Grondbezit

Het Rijk beseft toenemende gronddruk en wil meer regie over ruimtelijk beleid [Update 25-05]

May 25, 2020 by FPG
Tags:

Update 25-05: Omgevingswet treedt in werking op 1 januari 2022

Minister Ollongren heeft bekend gemaakt dat de omgevingswet op 1 januari 2022 in werking zal treden. Wanneer het parlement akkoord is met de nieuw de datum, wordt de omgevingswet definitief een jaar uitgesteld. De minister geeft hierbij aan dat 2021 volledig in het teken zal staan van de implementatie van de omgevingswet.

1 mei 2020: Rijk beseft toenemende gronddruk en wil meer regie over ruimtelijk beleid

Op 23 april presenteerde Minister Ollongren haar Kamerbrief over het nationaal omgevingsbeleid, hierin verlegd het Rijk duidelijk haar koers en wil meer regie over de fysieke inrichting van Nederland. Dit sluit aan bij de analyse van FPG. Door toenemende gronddruk is het combineren van opgaven en functies onmisbaar. Dit vraagt inderdaad om meer regie van het rijk, maar wel met respect voor eigendom.

Rijk neemt meer de regie

In de concept-NOVI voorzag het Rijk voor zichzelf nog vooral een faciliterende en samenwerkende rol (klik hier). In de nieuwe Kamerbrief komt de minister hier grotendeels op terug en wil ze meer regie. Het is goed om te zien dat de minister daarbij blijk geeft van de toenemende gronddruk en de gevolgen hiervan. Dit onderwerp stond ook centraal bij de ALV van FPG in september, ook toen was de conclusie al duidelijk dat dit vraagt om meer landelijke regie (klik hier). Dit beseft de minister zich nu ook.

Nationaal programma landelijke gebied aangekondigd.

Dat het Rijk nadrukkelijker de regie naar zich toe trekt, blijkt uit de aankondiging van het Nationaal programma voor het landelijk gebied. Het rijk wil hiermee een effectieve planning maken hoe om te gaan met de schaarse ruimte in het buitengebied. FPG steekt hierbij met name in op respect voor eigendom.

Respect voor eigendom

FPG blijft het belang van respect voor eigendom benadrukken bij de uitwerking van het omgevingsbeleid. Grondeigenaren zijn in het algemeen bereid mee te werken aan gebiedsplannen, maar wel op basis van vrijwilligheid en tegen redelijke en billijke voorwaarden. Naast mogelijkheden voor een gezonde duurzame bedrijfsvoering vereist dat reëel vergoedingen voor vermogensdaling en voor beperkingen in het grondgebruik.

Landgoedmodel staat centraal

Het landgoedmodel krijgt, zonder specifiek genoemd te worden, een duidelijke plek in de NOVI. De minister geeft aan dat het in toenemende mate duidelijk wordt dat opgaven alleen aangepakt kunnen worden wanneer dit in samenhang gebeurt. FPG benadrukt hierbij dat het landgoedmodel een reeds beproefd recept is. (klik hier voor meer informatie)

Op landgoederen worden al eeuwenlang functies integraal en met oog voor de volgende generaties met elkaar verbonden: economie, ecologie en erfgoed. Bij het combineren van oplossingen voor de grote opgaven waarvoor Nederland staat (woningbouw, energie, klimaat en meer grondgebonden landbouw) kunnen particuliere grondeigenaren een onmisbare bijdrage leveren. Landgoederen en het landgoedmodel verdienen dan ook een expliciete vermelding binnen het Nationaal programma landelijk gebied.

Grondgebonden landbouw verdient wederom meer aandacht

Evenals de concept-NOVI benadrukt de minister ook in deze Kamerbrief het belang van de omschakeling naar kringlooplandbouw. FPG blijft hierbij het belang benadrukken van grondgebonden landbouw (klik hier voor FPG-definitie). Grondgebonden groei van de landbouw is een onmisbare sleutel tot grotere duurzaamheid, kringlooplandbouw en een succesvol stikstofbeleid.  

Duidelijkheid over kosten grondbeleid

Met de NOVI wil het Rijk met betrekking tot veenweideproblematiek van ‘peil volgt functie’ naar ‘functie volgt peil’. Ook nu wordt er niet ingegaan op de kosten die aan de aanpak van de veenweideproblematiek verbonden zijn. Dit terwijl er nog steeds grote onduidelijkheid heerst over die kosten en wie ze betaalt. FPG hecht daarom zeer aan de conclusie van het PBL dat een duidelijk beeld nodig is wie voor de kosten opdraait, voordat planvorming begint. Deze kosten mogen niet afgewenteld worden op de grondeigenaar (klik hier voor meer informatie).

In de laatste Kamerbrief over de aanpak van de stikstofproblematiek kondigde minister Schouten aan dat het ministerie van LNV een actiever grondbeleid nastreeft met meer inzicht in de kosten. FPG was hier blij mee. FPG vindt het nu belangrijk dat dit gebeurt voordat de aanpak van veenweideproblematiek een plek krijgt in het Nationale programma landelijk gebied (klik hier voor meer informatie). 

Geen energietransitie zonder leidingen

Het Nationaal programma landelijk gebied zal ook gaan over de inpassing van de energietransitie. Daarbij wordt nog niet vermeld dat daarvoor veel nieuwe kabels en leidingen aangelegd moeten worden. Dit moet volgens FPG niet worden onderschat. FPG benadrukt hierbij het belang van positie van de grondeigenaar. FPG pleit in dit licht voor een wettelijke regeling voor zowel commerciële als niet-commerciële leidingen met voldoende waarborgen voor de totstandkoming van evenwichtige overeenkomsten die voorzien in een redelijke retributie. Evenwichtige overeenkomsten voorzien volgens FPG in een beperkte duur, een goede schaderegeling en een redelijke retributie doe naar keuze periodiek of voor bepaalde tijd wordt uitgekeerd (klik hier voor meer informatie).